top of page
  • Foto van schrijverNaomi

7 gouden tips voor moeilijke eters

Ik wil dat niet. Ik lust dit niet. Ik wil iets anders.


Herkenbare uitdrukkingen van jouw peuter, kleuter of lagere schoolkind? Wil je dit graag anders zien?


Wel, goed nieuws. Zelfs op een aangename manier kunnen we onze kinderen meer laten proeven, nieuwe smaken laten ontdekken en moeilijk eetgedrag vermijden.


Ben jij benieuwd HOE je dit kan doen? Lees hieronder mijn 7 gouden tips.




1. Structuur - structuur - structuur


Kinderen aarden goed in een gestructureerde omgeving met bepaalde patronen en regelmaat. Ook aan tafel kan je structuur aanbieden, door vaste momenten te introduceren voor de maaltijden en tussendoortjes. Door duidelijk hierover te zijn en deze momenten af te bakenen, weet je kind wanneer het kan eten en wanneer het tijd is om te spelen, slapen, naar school te gaan, … Een kind dat de hele dag door kan eten, zal doorgaans kiezen voor de ‘makkelijkste’ voeding: koekjes, chocolade, … Hierin kunnen we hem begeleiden door de eetmomenten af te bakenen.


Eet je kind geen tussendoortje of heeft hij geen honger tijdens de lunch? Geen zorgen. Wacht tot het volgende eetmoment om iets aan te bieden. Als er een duidelijke structuur is, is dat volgende eetmoment nooit veraf. Deze voorspelbaarheid helpt je kind in het eetproces – je geeft hem hiermee eigenlijk een belangrijk cadeau. Kijk zeker ook naar tip 3, over hoe je de maaltijd kan samenstellen.


2. Maak het leuk

Maak van eten een leuk moment en aangename ervaring. Ga samen boodschappen doen, waarbij je kind 1 groente en 1 fruit mag kiezen. Maak leuke bordjes met variërende kleurtjes. Speel een spelletje in de supermarkt: duid alle oranje voedingsmiddelen aan.



3. Vertrek van wat je kind al lust


Noteer wat je kind graag eet. Doe dit in categorieën: groenten – fruit – zuivel – vlees – vis – beleg - ….

Zorg ervoor dat bij elke maaltijd tenminste één bekend voedingsmiddel is. Je biedt zo altijd iets aan wat hij zeker wél lust. Een maaltijd met enkel nieuwe voeding werkt niet stimulerend en zal je kind afschrikken. We willen net dat hij langzaamaan uit de comfortzone treedt en andere dingen leert proeven. Dit lukt niet als hij opeens alleen maar nieuwe voeding krijgt en geen voedsel herkent. 3. Kleine porties



4. Introduceer geleidelijk nieuwe smaken


Nieuwe smaken worden best langzaam geïntroduceerd. Voorbeeld: als je kind groenten enkel in groentepuree verdraagt, switch dan niet van vandaag op morgen naar groenten in pure vorm of in stukjes. Introduceer eerst een nieuwe groente in puree, om zo het smakenpalet uit te breiden. Daarna schakel je over naar een gekende groente in een andere textuur. Doe dit geleidelijk aan en neem de tijd om nieuwe groenten aan te bieden (niet elke dag een nieuwe groente).



5. Kleine porties


Schep kleine porties op het bord van je kind. Je kind leert zo om bij te vragen én zal zich beter voelen als hij snel resultaat ziet van zijn eetgedrag (kleine portie = bord sneller leeg).


Of laat je kind zelf opscheppen. Je kan dit ‘controleren’ door een kleine lepel te geven om op te scheppen. Zo krijgt je kind zelf de verantwoordelijkheid over de hoeveelheid (zie de Regel van de Gedeelde Verantwoordelijkheid) en zal hij leren om dit beter te reguleren.



6. Blijf aanbieden


Herinner je de regel van de Gedeelde Verantwoordelijkheid? Jij bepaalt wat, waar en wanneer er gegeten wordt. Je kind kiest of en hoeveel hij daarvan eet. Forceer dus niet om het bordje leeg te eten, of om vb. drie hapjes te proeven. Proeven, als in ‘inslikken’, is pas de allerlaatste stap van het proefproces. Alle tussenstappen zijn minstens even belangrijk. Het belangrijkste is dat je de nieuwe voeding blijft aanbieden, ook al wordt er in het begin niet van gegeten.


Geloof in de kracht van blootstelling en het principe van de Gedeelde Verantwoordelijkheid.



7. Geduld


Als ouders leren we om veel geduld te hebben. Denk maar aan de schoolochtenden: je kind wil nu “zelluf zijn jasje aandoen” en zijn veters strikken, toevallig nét op een ochtend dat jij weinig tijd hebt.


Geduld hebben we ook nodig tijdens het proefproces. Want dat is het wél: een proces. Neem nu fietsen. Als je kind leert fietsen, lukt dit niet meteen vanaf de eerste keer. Bij proeven is dit ook het geval: gemiddeld heeft een kind 10 à 15 proefbeurten nodig vooraleer het een nieuwe smaak gewend is.


Hopelijk is dit een opkikker om de moed erin te houden en je kind met veel geduld en liefde te blijven blootstellen aan nieuwe voeding.


 

Geïnspireerd?


Veel succes! Ga jij ook aan de slag met (één van) deze tips?

Laat het mij weten via info@bon-a-petit.be of op Instagram (@_bon_a_petit).


Heb je vragen? Wil je deze tips graag concreet toepassen op jouw kind, maar zoek je meer begeleiding? Boek nu je gratis (en vrijblijvend) kennismakingsgesprek in mijn agenda. Dit kan virtueel doorgaan via een Zoomsessie.

72 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven
bottom of page