Zoete aardappelquiche met broccoli, ricotta en cherrytomaat
- Naomi
- 4 apr
- 2 minuten om te lezen
Een kleurrijk comfortgerecht dat kinderen nieuwsgierig maakt

Op zoek naar een nieuwe manier om groenten te introduceren bij je kindje? Deze zoete aardappelquiche is niet alleen voedzaam en vullend, maar ook een plezier om samen te maken. De kleurrijke groenten en de zachte structuur maken dit gerecht extra toegankelijk — ook voor kleine eters die nog wat wennen aan “groen op hun bord”.
Leuk recept voor kids omdat:
Zachte smaken met ricotta, ei en zoete aardappel
Kleurrijk door de cherrytomaten en broccoli
Zonder klassieke quichedeeg, maar met een bodem van zoete aardappel: voedzamer én glutenvrij
Makkelijk om samen te maken – van tomaatjes halveren tot broccoli verdelen (en het ei-mengsel erover gieten, want geef toe: kindjes houden van kliederen ;-)
Ingrediënten (voor 4 personen)
300 g zoete aardappel (of 1 middelgrote)
150 g verse broccoli
70 g cherrytomaten
5 eieren
100 g ricotta
100 g halfvolle melk
70 g light emmental kaas (geraspt)
20 g pijnboompitten
1 handje verse basilicum
Peper, nootmuskaat, currypoeder (naar smaak)
Allergenen: ei, lactose
Kooktijd: 45 minuten
Bereiding
Verwarm de oven voor op 180°C. Bekleed een quichevorm met bakpapier.
Schil de zoete aardappel en snijd in dunne plakjes.
Bekleed de bodem van de quichevorm met de plakjes zoete aardappel, laat ze wat overlappen.
Bak de bodem 15 minuten voor in de oven.
Kook de broccoliroosjes kort beetgaar en spoel af onder koud water (zo blijven ze mooi groen!).
Klop de eieren los en meng met ricotta en melk. Voeg peper, nootmuskaat, curry en fijngehakte basilicum toe.
Haal de quichevorm uit de oven, verdeel de broccoli over de bodem.
Giet het ei-ricottamengsel erover.
Halveer de tomaatjes en verdeel ze over de vulling. Strooi er de geraspte kaas en pijnboompitten over.
Bak 30 à 35 minuten in de oven tot de quiche stevig en goudbruin is.
Laat 5 minuten afkoelen voor je aansnijdt.
Tips voor kieskeurige eters
Samen koken = samen ontdekken
Laat je kindje meehelpen bij het wassen van de broccoli, het halveren van tomaatjes of het verdelen van de toppings. Meekoken verlaagt de drempel om iets te proeven.
Groenten benoemen als kleur of vorm
Noem broccoli bijvoorbeeld “groene boompjes” of cherrytomaatjes “rood snoepje dat mee mag bakken”. Dat maakt het luchtiger en minder spannend.
Laat ze zelf kiezen
Geef je kind een mini-quichevormpje of een muffinvorm en laat hen zelf de ingrediënten stapelen. Autonomie verhoogt de kans op proeven!
Zorg voor herhaling zonder druk
Ook als ze vandaag niets proeven, telt het mee dat ze het hebben gezien, geroken en aangeraakt. Dat zijn allemaal stapjes in de goede richting.
コメント